Iedereen die met paarden omgaat weet dat het dieet van de dieren redelijk bijzonder is en dat het belangrijk is voor de gezondheid om het juiste voer te geven. Afhankelijk van de leefstijl van het paard is ook een ander dieet geschikter of juist niet. In deze blog kijken we naar het ideale dieet van racepaarden. Wat geef je ze te eten om ze gezond en sterk te houden zodat ze optimaal kunnen presteren? Lees het hier!

Ruwvoer en krachtvoer

Het basisdieet van ieder paard bestaat voornamelijk uit twee soorten voer: ruwvoer en krachtvoer. Uit ruwvoer halen ze voldoende voedingsstoffen om gezond te zijn en het is van de juiste textuur om te zorgen voor een optimale maag-darmwerking en gezondheid van het gebit. Dit wordt vaak in relatief veel en kleine porties gevoerd. Enkele voorbeelden hiervan zijn: gras, hooi, stro, snijmais en luzerne. Om de juiste hoeveelheid aan vitaminen en mineralen binnen te krijgen wordt het ruwvoer vaak aangevuld met krachtvoer voor paarden. Dit is voeding, vaak in de vorm van muesli of brokken met extra vitaminen, mineralen en eiwitten om te kunnen presteren.

Voeding heeft invloed op de prestaties

Omdat racepaarden een grotere prestatie moeten leveren dan paarden die gewoon in een wei staan of voor lichtere activiteiten gebruikt worden, krijgen ze meer krachtvoer. Zonder de juiste hoeveelheid krachtvoer missen ze de energie om goed mee te kunnen doen. Daarnaast worden ze ‘te zwaar’ voor wedstrijden als je een te grote hoeveelheid gras en hooi voert, iets dat bij een normaal paard totaal geen probleem is en juist natuurlijk.

Oppassen met hoeveelheid krachtvoer

Zoals eerder genoemd is het dieet van een paard belangrijk voor de gezondheid en daarbij hoort ook de balans tussen ruwvoer en krachtvoer. Veel paarden die intensief getraind worden om te kunnen presteren in wedstrijden krijgen dermate weinig ruwvoer en meer krachtvoer vanaf een zeer jonge leeftijd. Op latere leeftijd kan dat gezondheidsproblemen opleveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan maagzweren en gebitsproblemen. Dit komt omdat ze te weinig vezelrijk voedsel eten en daardoor te weinig speeksel aanmaken voor een goede maag- en darmwerking.